Maritieme geschiedenis en stamboom DE GROOT

 

 


Familie De Groot in Nederlands-Indië

Twee neven uit onze familiestamboom hebben in Nederlands-Indie gewoond:

Nederland was sinds 10 mei 1940 bezet door de Duitsers, maar in Nederlands-Indië waren het ook spannende tijden, vooral toen in 1942 Japan Indië binnenviel.

Japanse bezetting

Al voor de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) had Japan veel interesse in Nederlands-Indië. De Indische grond was rijk aan olie, een grondstof waar de Japanners zelf een gebrek aan hadden. Na de Japanse aanval op de Amerikaanse havenstad Pearl Harbour verklaarde ook Nederland in 1941 de oorlog aan Japan.

In 1942 viel het Japanse leger Nederlands-Indië aan ter land, op zee en via de lucht. Het Nederlandse leger in Indië werkte samen met de geallieerden Australië, Engeland en Amerika in de American British Dutch Australian Command (ABDAC). Het Nederlandse leger was voornamelijk bezig de eilanden Sumatra en Java te beschermen, omdat deze gebieden voor Nederland de belangrijkste delen van Nederlands-Indië waren.

De slag in de Javazee op 27 februari 1942 betekende het definitieve verlies van het Nederlandse leger in Nederlands-Indië. De ABDAC was niet sterk genoeg om de Japanse marine te verslaan.

Op 8 maart 1942 geeft het Nederlandse leger zich over en komt Indië onder een Japans militair bewind.

Interneringskampen

Gedurende de Japanse bezetting van Nederlands-Indië werden in totaal ruim 42.000 militairen van het KNIL en de Koninklijke Marine in krijgsgevangenschap gehouden en ongeveer 100.000 Nederlandse burgers – mannen, vrouwen en kinderen – geïnterneerd in kampen.

Als interneringskampen werden stadswijken, gevangenissen, kazernes, scholen, kloosters en zelfs ziekenhuizen ingericht. Hier begon een interneringsperiode die voor velen bijna drie jaar of langer zou duren, en waarin de levensomstandigheden steeds slechter werden. Er waren krijgsgevangenkampen en burgerkampen. De mannen waren gescheiden van vrouwen en kinderen.

In de burgerinterneringskampen werd naast een Japanse commandant ook een intern kampcomité of -bestuur ingesteld.

Japanse capitulatie

Japan capituleerde op 15 augustus 1945. Twee dagen na de Japanse capitulatie riepen de nationalisten onder leiding van Soekarno de Republiek Indonesië uit. De geallieerden waren hier niet goed op voorbereid. Nederlands-Indië viel onder het gezagsgebied van de Britten. Zij namen, min of meer gedwongen door de beperkte beschikbaarheid van troepen, ten opzichte van de Nederlandse kolonie aanvankelijk een afwachtende houding aan. De herbezetting van Britse gebieden in Zuidoost-Azië en de afvoer van Britse krijgsgevangenen kregen voorrang. In Indië bleven daarom de Japanners voorlopig met het bestuur en de handhaving van rust en orde belast, terwijl de Nederlanders in de kampen voor hun eigen veiligheid vooralsnog moesten blijven waar ze waren. De voedselsituatie werd beter en de Japanners stelden zich wat vriendelijker op, maar van een 'echte' bevrijding was nog geen sprake.

Bersiap

De Indonesische onafhankelijkheidsverklaring werd uitgeroepen op 17 augustus 1945. De laatste drie maanden van 1945, de zogenaamde bersiaptijd (bersiap betekent 'wees paraat'), werden gekenmerkt door geweld, chaos en anarchie. Straatgevechten braken uit en Nederlandse ex-geïnterneerden in en buiten de kampen werden systematisch aangevallen en beschoten. Overal vonden aanslagen, ontvoeringen en moorden plaats, waarbij vooral Chinezen en Indo-Europeanen het doelwit van radicale Indonesische nationalisten vormden.

Hoe verliep het de twee neven?

Egbert woonde met zijn gezin op de palmolieplantage Perlabian met als adres Dolok Ilir in Pematang Siantar. De dochters Carla en Elsje gingen op kostschool in Brastagi. Dat was een plantersschool (Planters School Vereniging PSV) onder Nederlandse leiding.

In de oorlog werd de kostschool een kamp waar de hele familie werd ondergebracht. Egbert mocht terugkeren op de plantage om het bedrijf draaiende te houden. Later belandden zij toch weer in een interneringskamp (Bangkinang?), de mannen gescheiden van de vrouwen. Op het eind van de bezetting werden alle geïnterneerde burgers naar twee kampen in de binnenlanden verplaatst, mogelijk ook deze familie. Zij hebben het alle vier overleefd. Vanwege de slechte gezondheid van Egbert mocht hij en zijn gezin met het eerste schip naar Nederland.

En Gerard?

In 1942 kwam hij terecht in het interneringskamp Malang. Na een verblijf van één jaar aldaar werd Gerard in januari 1943 samen met 8000 man overgebracht naar Batavia (huidig Jakarta) om vervolgens op transport naar Burma/Thailand te worden gezet. Daar moest hij werken aan de spoorlijn. Al spoedig werd hij ziek en kwam hij terecht in het hospitaalkamp Chung Kai (in Siam, het huidige Thailand), waar Gerard is overleden op 22 april 1943. Hij is herbegraven in het Chungkai War Cemetery (Thailand), vak/rij/nummer: 11 E 8.

Zijn vrouw To met zoon Woutertje (geboren 11 aug 1941) waren geinterneerd in een vrouwenkamp. Eerst in Malang (nov 1942), vervolgens op 5 dec 1943 naar Solo overgebracht en later, 28 mei 1945, naar Ambarawa. Vooral in Solo waren de omstandigheden erbarmelijk: ondragelijke hitte, weinig eten en hard werken. Eind 1945 hevige beschieting tijdens de "Bersiap". Evacuatie op vrachtwagens onder begeleiding van Ghurka's (Britse Nepalese Indiërs) naar een veiliger oord. Uiteindelijk op een schip gezet naar Ceylon (Sri Lanka). En daar wachtend op een schip naar Nederland.

Interneringskampen van To


Malang:

Ligging: Het interneringskamp “De Wijk” lag in de zogenaamde Bergenbuurt in het noord-westen van Malang, met villa’s, huisjes en enige bungalows. In het Vrijmetselaarsgebouw werd een kerkje ingericht. De toegangspoort (in de Goentoerweg) heette ook wel Goentoerpoort.

Transport: nov. 1942: 5000 vrouwen en kinderen binnengekomen uit de omgeving.

Kampcommandant: Kato

Kampbewaking: Inheems politiepersoneel, heiho’s

Kampleiding: Hr Prins (tot februari 1944); Hr Lakeman

 


Solo:

Ligging: Het kamp Ziekenzorg was ondergebracht in het ziekenhuis Ziekenzorg, gelegen in het westelijk stadsdeel van Soerakarta; naast het ziekenhuis lag het Boemikamp, dat was ondergebracht in een kazerne. Beide kampen samen werden ook wel aangeduid als het kamp Solo. Het Boemikamp was eerst een opvangkamp voor vrouwen en kinderen zonder middelen van bestaan; vanaf november 1944 werd het Boemikamp één geheel met het kamp Ziekenzorg.

Transport: nov/dec. 1943: 1200 vrouwen en kinderen binnengekomen uit kamp Malang.

 Kampcommandanten: Sakai (van 06.44 tot 07.44), Yamada (van 07.44 tot 11.44), Sakai (van 11.44 tot 06.45)

 Kampleiding: Ziekenzorg I: Dr C.P. van Leeuwen. Boemikamp: Mw J.W.A.Lepiet. Ziekenzorg/Boemikamp II: Zr G.Smid

 


Ambarawa:

Ligging: Ambarawa lag ongeveer 45 km ten zuiden van Semarang. Dit kamp was ondergebracht in de barakken van een oud KNIL-kampement in Ambarawa, direct ten westen van Fort Willem I.

Transport: 28 mei 1945: 600 vrouwen van Solo naar Ambarawa kamp 6 gebracht. Nu 4000 vrouwen en kinderen aanwezig.

Japanse benaming van kamp 6: Bunsho III Kamp 6.

Kampcommandanten in Ambarawa: Sakai (van 06.44 tot 11.44), Suzuki (van 11.44 tot 02.45), Yamada (van 02.45 tot 08.45)

Kampleiding: Mw J.H.Schulte-Eckhart (tot 27.09.43), Mw G.J.Jilderda-Visser

Bersiap: Indonesische paramilitaire organisaties en bendes zaaiden vrijwel direct na afloop van de Japanse bezetting dood en verderf onder niet-inlanders en inlanders die met hen collaboreerden. Zie wikipedia >>

23.08.45  plotseling dubbele porties eten

24.08.45  Indo-Europese vrouwen mochten het kamp verlaten

25.08.45  bekendmaking capitulatie van Japan; Wilhelmus gezongen op het Lido. Vanaf die dag:

  • extra voedsel: melkpoeder, vlees in blik, olie, boter;
  • ruilhandel aan het gedek, nog veel sterfgevallen, meer zieken ondanks medicijnen;
  • zelf koken op anglo’s;
  • jongens terug uit Ambarawa 7.

25.09.45  RAPWI bracht alle zieken naar Militair Ziekenhuis in Magelang

20.11.45  zieken kwamen op open vrachtauto’s terug uit Magelang (1200 personen, waaronder 400 ernstig zieken), kamp omringd door extremisten, Britse en Japanse troepen rondom het kamp werden aange­vallen, water en elektriciteit werden afgesneden

28.11.45  opnieuw mortiervuur op het kamp (6 doden)

08.12.45  begin van de totale evacuatie van het kamp naar Semarang

10.12.45  evacuatie voltooid

14.12.45  Britse troepen verlieten Ambarawa

 

Brieven uit Indië

 

Boeken
To heeft een boek geschreven over haar tijd in Indië (1939 - 1945). Daarmee was ze niet de enige, want er bestaan veel van dergelijke boeken. Zie bijvoorbeeld het dagboek over de kampen Malang en Ambarawa>>

Bronnen:
- IsGeschiedenis
- Indische kamparchieven
- Japanse burgerkampen
- Brieven van Gerard en To aan zijn broer Carel de Groot
- Kaart Birma-Siam-spoorlijn ►
- www.geheugenvannederland.nl ►


 

top back home

 

^