Maritieme geschiedenis en stamboom DE GROOT

DE VROEGERE SCHEEPSVAART OP DE ELBE

GlückstadtElbe

kaart
Kaart van de Beneden Elbe uit 1910.

Altona en Övelgönne lagen nog een behoorlijk eind van de Elbemonding af: Van Hamburg tot aan de monding is de rivier nog 108 km lang en bij Cuxhaven 18 km breed met veel ondieptes, die bij laag water deels droog vallen.

OudePrent


Vermoedelijk is dit de oudste afbeelding van “Altenawe” (later Altona) vanaf de Elbe naar  Lorichs Elbkarte van 1568.
Bron: uit het boek ‘Geschichte Altona’s van E.H. Wichman. Dit boek is in bezit van het Stadtarchiv van Altona

Op deze tekening zijn duidelijk de scheepsbakens te zien, die de  stad Hamburg op de Elbe gelegd had. Maar wat voor schepen staan er op de tekening? Geen koggen. Maar zijn het de opvolgers daarvan de hulken (of holken) of zijn het  al de fluiten? Toen we tijdens ons bezoek aan Hamburg in het maritieme museum van Hamburg vroegen naar het soort schepen dat in de 17e en 18 eeuw op de Elbe voer, kregen we als antwoord:  “alle sind Holländische Schiffe”.  Waren het dan fluiten?  Overduidelijk waren het geen platbodems, zoals smakken en tjalken waarmee veel vanaf de Oostfriese eilanden en kusthavens gevaren werd.

HamburgElbe

 

 

 

Maar op een  tekening van 2 eeuwen later zien we schepen met maar één mast.

 

Gezicht op Altona vanaf de Elbe gezien uit 1746.
Bron: boek Wichman in bezit van Stadtarchiv Altona

 

Walvisvaarder
Tekening van een Groenlandvaarder
'zeylende van de wind’

Eind zestiende eeuw werd er over schepen en de manier waarop ze moesten worden gebouwd nog niets op papier gezet. Dat gebeurde pas voor het eerst rond 1650. We moeten het dus van schilderijen en prenten hebben en natuurlijk scheepswrakken. Uit het jaar 1660 wordt in Altona voor het eerst melding gemaakt van een scheepswerf en uit 1723 is er een “Französische Werft”  in Övelgönne. In de periode 1635 – 1993 waren er  in  Altona en aan de Elbe-oever 44 scheepswerven. De rederijen en handelshuizen waren aanvankelijk in bezit van Altonaer burgers, maar kwamen in de 17e eeuw steeds meer  in bezit van Nederlandse geloofsvluchtelingen, de mennonieten.  Al snel behoorden zij tot de elite van Altona. Niet altijd tot genoegen van de oorspronkelijke Duitse concurrenten. Men bezat niet alleen een werf, maar ook een rederij en een handelshuis en men had zo een hele keten in handen.

Leidend waren de Hollanders  in de Altonaer Groenlandvaart, zoals de walvisvangst toentertijd heette. Schepen uit Hamburg  bedreven de walvisvangst sinds 1643. Eerst vanuit Nederland en later vanuit Hamburg en Altona. De Deense koning Christian IV stond in zijn hertogdom de ‘Groenlandvaart’ toe. In Altona bezat een mennonitsche reder het privilege om een Societas Groenlandiae op te richten. 
Schepen uit Hamburg maakten tot 1861 6000 reizen voor de walvisvangst. Meest met kapiteins en bemanningsleden van de Noordfriese eilanden. Eigenaren en kooplieden  waren Nederlanders als Roosen, Amsinck, van der Smissen.

Vanwege de stank moest de verwerking van de walvistraan aan de oever van de Elbe plaatsvinden en wel bij de voorstad. St. Pauli. Maar voeren ze vanuit Hamburg en Altona ook met de in Nederland bekende Groenlandvaarders?

Een voorbeeld van zo’n Nederlandse, mennonitische familie waren de gebroeders Paul en Berend Roosen, zonen van Gerrit Roosen (1705-1788), die zowel in Altona als in Hamburg hun bedrijven hadden. Zij waren mede-eigenaars van 21 schepen en bedreven de walvisvaart in de Nordmeer. Op de vaart over de Witte Zee naar Archangel werden dertien schepen ingezet om goederen naar Frankrijk te brengen. Verder  bezaten ze een deel van de ‘Kramerschen Werf’. Een scheepslijst uit die tijd van deze familie vermeldt voor de periode 1717 – 1880 honderdveertig schepen in familiebezit.

Een andere tijdgenoot uit Altona was de schilder/tekenaar Jacob Cats die daar in 1741 werd geboren (overleden 1799 te Amsterdam), toen zijn ouders tijdelijk in Altona verbleven (niet te verwarren met de schrijver/dichter Jacob Cats, 1577-1660). Zijn vader Johannes Cats was boekhandelaar.

Bron: Vier en tachtig Hollandse schepen van G. Groenewegen uit 1789



 

Scheepstypes

Scheepstypes die op de Elbe voorkwamen waren o.a.:


Pinas

Afbeelding van de ever "Petrine" in 2011.

Dit scheepstype bestaat al sinds de Middeleeuwen.

Zie wikipedia >> ,

en het boek " Die Ewer der Niederelbe" van Hans Szymanski: part 1 >> en part 2 >>

 


De schepen en de scheepsbouw in Altona

We weten nu wat voor soort schepen er op de Elbe voeren, maar niet specifiek welke schepen er in Altona geregistreerd stonden en of daarvan een register bestaat. We weten dat er scheepswerven in Altona, c.q. Övelgönne waren, maar niet wat voor soort schepen er daar gebouwd werden. Dat moeten we nog uitzoeken.

Van Hamburg weten we, dat het bezit en de bouw van schepen sterk gereglementeerd waren. Ook Hamburg kende de partenrederij. Dat betekent dat kooplieden en kapiteins een schip deels in bezit hadden. Men had een part van het schip in bezit. Er bestond een verbod voor niet-Hamburgers om daaraan deel te nemen.  Schepen mochten slechts in opdracht van Hamburgers gebouwd worden en moesten in Hamburg gebouwd worden. Liet men een schip bouwen buiten Hamburg dan verloor men zijn burgerrechten. 

Was dit in Altona anders geregeld doordat men daar zoveel vrijheden kende onder de Deense overheersing?
En om hoeveel schepen per jaar ging het? Voor Hamburg ging het bijv. in 1629 om 2610 uitgaande en 1971 binnenlopende schepen.  En van het scheepsverkeer zouden dat er in 1665, 220 Hamburgse schepen zijn en in 1672 zouden dat er 277 zijn met een totaal tonnage van bijna 11.000 ton.

Zijn zulke cijfers ook voor Altona bekend?


 

Tolheffing op de Elbetolfregat op de Elbe

Stade 1640Voor 1806 waren er langs de Elbe 35 tolstations. Vooral die bij Brunshausen (nu deel van Stade) was berucht.

Het tolstation daar bestond uit een tolgebouw op de Schwingerschans, een fregat voor anker met kanonnen ter bewaking en verscheidene bijboten.

 

Tolboete

Bron: Archivalische Quellen Zum Seeverkehr Und Den Damit Zusammenhangenden Waren ...geredigeerd door Bernd Kappelhof, pag. 380

 

 

 

 

 



Op naar Juist

 

 

Vele vragen nog, maar eerst gaan we naar Juist

zie verder >>>

 

 

eindrule

top  
back
 
home

 

^