Maritieme geschiedenis en stamboom DE GROOT

 

 

Notariële akten over schepen met Jacob Jacobs de Groot

Een akte uit 1757 over door zeewater beschadigde lading (Jacob toen stuurman en geen schipper)

 


blad 1 en 2

 


Transcriptie

Blad 1:
Op heden den 20 Sept des jares 1757 Compareerden voor mij Jan Verley Notaris Publicq bij den Ed. Hove van Holland Geadmitteerd binnen Amsterdam Resideerende.

Blad 2:
Jacob de groot Stuurman
van genoege ouderdom en in die bediening nu jongstgevarene hebbende op 't schip De Juffrouw Maria, daar schipper op is Johannes Dirksz ter wien requisitie en ten behoeve van die 't verder mogte aangaan, hij Comparant heeft getuijgt en verklaart soo als denselven Schipper Johannes Dirksz ten dese mede compareerde heeft gecertificeerd en geaffirmeert Dat hun voornoemde Schip in de maand augustus deses Jares 1757 te Morlais is beladen met diverse partijen Lijnzaat in Vaatjes en Sacken met vaten Honing en Vaten Boter, alles welke goederen in hun schip behoorlijk gestuwt geplaatst en welke verzorgt gewonden sijn.

Dat het gedagte schip voor en op 't laden was gecalfaat en volgens hun .. bevinding ook hegt en digt zijnde voorts ook behoorlijk gegarneert en verders na zeemans gebruijk van al het nodige voorzien en verzorgt en bij hun vertrek na zee de luijken met presenningen gedekt en digt toegeschalkt en de mast en pompen met kragen wel voorzien zoodat het schip in gerequireerde staat was om Coopmansgoederen behoorlijk over zee te konnen voeren.


Blad 3 en 4


Transcriptie

Blad 3:
Dat sij also met hun voornoemde schip in die zorgen beladen voorzien en geequipeert van Morlais vertrocken en den 21: augustus in Zee gelopen Sij gedestineerd na dese stad Amsterdam, Dat sij in de bevondening hunnen reijse hen was als den 22: en 23: augustus hadden harde wind met hoge en holle Zeeën waarin hun schip swaar werkte en slingerde en sij ook veel zeewater op en over 't schip gekregen hebben, Dat sij voorts den 24: augustus in Texel binnengekomen en den 26: dito (alle de Datums volgens Journaal) voor dese Stad gearriveerd sijn, dat sij hunne ladingen getrouwelijk gelost en uijtgeleeverd hebben hebbende uit de vaatjes, Sacken gelopen zakt bij malkander geveegt, in twee partijen gelevert.

Blad 4:
Verklarende zijlieden verder en wel ieder voor zig dat zij van hunne gantsche ladinge niet hebben gestoolen verkogt voor zig behouden of vervreemt nog daaromtrent op eenigerlij wijsen ter quader trouwe gehandelt hebben, en dat Sij Lieden ook niet en weeten dat zulks door iemand anders geschiet,
verklarende nog Laatstelijk en wel ieder na zijne beste kennis en gedagten en zulks mede elk voor zig:

Dat de nattigheijd en daardoor veroorsaakte beschadigtheijd welke aan de Ladinge in hun Schip gekomen moet sijn, sal veroorsaakt wesen door de hiervoren gemelde harde wind, het werken ende slingeren van hun schip en 't zeewater daar op en overgekregen.

Immers dat zulks niet en zal veroorzaakt weezen door manqument of onbekwaamheid van 't schip of ook niet door verzuijm of agteloosheid van 't scheepsvolk als hebbende zijlieden geduurende de gantsche reijse zeemanschap gebruijkt wel op de pompen gepast en dezelve altijd lens gehouden en zijnde het schip voorzien en geequipeert geweest in maniere voorschreven.
Gevende zij lieden voor redenenen van weetenschap allen text presenteerende ider zijn gedeposeerde solemnelijk te bevestigen.


Transcriptie

Blad 5:
Aldus Gepasseert binnen msterdam ter presentie van Hendrik Grasper en Jan Tilanus als getuygen.
Jakob D Groot
Johannes Dircks
Jan Verley Notaris, Hendrik Grasper

Het Recollement Luijde

Wij Burgermeesteren en Regeerders der Stad Amsterdam doen Cond een iegelijk dien het behoort Certificeeren voor de waarheid dat voor ons gecompareert is Jacob de Groot dewelke met solemneele Eden requeste van Johannes Dirksx en ten behoeve van die het verder mogte aangaan getuijgt en gedeposeert zoo als den zelven Johannes Dirksx ten deezen mede compareerende met Ede alsvoren heeft gecertificeert en geaffirmeert den inhoud van de vorenstaande verklaring hun door de ondergest. Secretaris voorgeleezen waarheid te zijn en daar bij te persisteeren, Zoo waarlijk moest hen God Almagtig helpende starken. De dezer Steedezegel ter zaake hieronder gedrukt den 25 September 1757 was getekent

N. Geelvinck de Jongere


Route: Morlaix - Texel -Amsterdam 


Bron
: Notariële Akten Stadsarchief Amsterdam

Opmerking: Dat deze Jacob de Groot onze Jacob Jacobs de Groot zou zijn berust alleen op het feit dat de laatste ook op een schip "De Juffrouw Maria" voer. Maar de handtekening is niet gelijk aan die in 1761. Hij tekent met Jakob D Groot, wat zou kunnen duiden op Jakob Dirks Groot. Deze persoon werd aanvankelijk ook genoemd in de Sontpassages (1953).

top back home

 

 

^