Maritieme geschiedenis en stamboom DE GROOT

 

 

Notariële akten over schepen van Jacob Jacobs de Groot


Akten over lading en schip van schipper Jacob Jacobs de Groot.

    • 1761: een contract tussen een bevrachter en schipper Jacob Jacobs de Groot op zijn schip "De Juffrouw Maria" voor een reis naar Gothenburg.
    • 1762: Een akte over schade aan de lading en de oorzaken daarvan tijdens de terugreis van Koningsbergen naar Amsterdam met het kofschip "De Jonkvrouw Maria" en schipper Jacob Jacobs de Groot.
    • 16 mei 1763: een machtiging van schipper Jacob Jacobs de Groot (komend met zijn kofschip "De Juffrouw Maria" van een reis naar Gothenburg) aan derden om zijn zaken te regelen.
    • 1764: Door nattigheid schade aan de lading op het schip de Sibbelina Hillegonda. 't Vlie, Vlecker, Noord Zee, Dantzig, Sont.
    • 1767: Een akte over schade aan de lading en de oorzaken daarvan tijdens de terugreis van Danzig (Gdansk) naar Amsterdam met het smakschip "Sibilla en Hillegonda" en schipper Jacob Jacobs de Groot.

Een akte uit 1762 over schade aan de lading en de oorzaken daarvan

De reis van Amsterdam naar Koningsbergen en terug ging niet zonder problemen. Op de terugreis raakte in het schip "De Jonkvrouw Maria" met schipper Jacob Jacobs de Groot, de lading door storm en overslaand zeewater beschadigd. De drie matrozen die meevoeren, getuigen bij de notaris in Amsterdam over het hoe en waarom van deze schade.



Transcriptie

Blad 1: Op heeden den 27e September des Jaars 1762 Compareerden voor mij Jan Verleij, notaris publicq bij den Ed. Hove van Holland geadmitteert binnen Amsterdam Representeerden Arent

Blad 2: den 27 sept 1762.
Arent Weentz, Stuurman, Claas van Hagen, en Laurens Hendrik Kosten, matrozen alledrie.

Van genoegen ouderdom en in die bedieningen van Jongstgevaren hebbende op het Schip de Jonkvrouw Maria.
Daar Schipper op is Jacob Jacobs de Groot terwien Requisitie zij Comparanten hebben getuijgd en verklaard

Dat hun voornoemde Schip in de maand augustus dezes Jares 1762 te Koningsbergen is beladen met ponden hennep, huiden, 4 vaten olij en verder Stukgoederen, alle welke Koopmanschappen in hun Schip behoorlijk gestuwd geplaatst en wel verzorgt gebonden sijn, sijnde de hennep niet geplaatst onderop oft nevens eenige (pareijnende ?) waren als hebbende geene in 't schip gehad, nog ook niet op eenige onbehoorlijke plaatsen in 't schip oft omtrent de pompen als sijnde met goede pomp zo dan deze van behoorlijk aftgeschijden geworden.

Dat het gedagte schip voor en op 't laden was gecalfaat en volgens hunne bevindinge ook hegt en digt zo met 't zelve in gerequireerde Staat was voor koopmansgoederen behoorlijk over zee te kunnen voeren, zijnde voorts ook behoorlijk gegarniert en verders na Zeemansgebruijk van al het nodige voorsien en verzorgt, de mast en pompen met kragen wel voorzien en bij hun vertrek na Zee de Luijken met presenningen (= dekkleden van geteerd zeildoek) gedekt en digt toegeschalkt (= met latten dichtgespijkerd).


In het Archief van de Notarissen ter Standplaats Amsterdam (stadsarchief Amsterdam) is meer over notaris Jan Verleij vermeld: In 1741 begon hij als notaris en was toen 35 jaar oud. Hij had van 1745 tot 1775 zijn kantoor in Ramskooi (bij de Prins Henrikkade tussen de Nieuwendijk en het Damrak, zie verder >>).


Transcriptie

Blad 3:
Dat zij met het voornoemde schip van Koningsbergen vertrokken en den 16de augustus in Zee gelopen zijn gedestineerd na deze stad Amsterdam.

Dat zij 16, 17, 18, 19, 20. 21, 22, 23 en 24 augustus hebben gehad harde winden en stijve koelten, regens, rolwaters en waarin hun schip swayen maakte en slingende, van sij ook veel zeewater en zeestortingen op en overkregen.

Dat zij den 27e augustus in der Zond gekomen en de 28e dito wederaan uijtgezijld zijn.

Dat zij in Noordzee den 4de september hadden een stijve koelte uijt 't Zuijd Westen, en den 6de dito woeij er een vliegende wind uijt het Westen waeijende, Sij veel water over kregen, waren zo richting 10 mijlen van 't Hijligland (= Helgoland), en resolvenden om niet op lager wal van Jutland te geraken en dus ten beste en behoud van schip en lading aldaer voor hun daags anker (ankers van licht naar zwaar: werpanker, tui-anker, daagsanker, plechtanker) te gaan, dog reed hun schip daaruit swaer door de rolwater dat sij geen water bij de pompen konden krijgen,
de 7de dito 's morgens 't weer bedaard sijnde, wonden hun anker op, en toen het op en neer was kregen sij sulk een sware Zeestorting over dat hun touw daardoor brak, op sulke, sij aldaer verloren hebben hun daagsankers, swaer ieder 405 pond mitsgaders 20 (meter?) van hun daagstouw sijnde 10 duijm dik en" lettenwale ralft slaaten" (?).

Dat sij vervolgens den 8e en 9e September hadden Stormwind en stijve koelte met hoge rollerzeen waarin hun schip nae deze werkte en slingerde, en sij ook weder veel zeewater en zeestortingen op en over kregen, quamen voorts den 10de september in 't Vlieburg (?) en arriveerden den 12e dito (alle de datums volgens Journaal) voor deze stad daer sij hunne ladinge op drie vaten water na, reste gelost en aftgeleverd hebben.

Blad 4:
Verklarende zij hier verder en wel weer voor sig, dat zij van hun gantsche Ladinge niet hebben gestolen, verkogt voor zig behouwen of vervreemt, nog daar omtrent op wijse terquader trouwe gehandelt hebbend en dat zijlieden ook niet en weten dat zulks door iemand anders geschied is.

Verklarende nog laatstelijk en wel na sijn beste kennis en gedagten en zulks mede elk voor zig,

Dat die extra Leckagie en vermindering die aan den natte waren en de nattigheijd en beschadigtheijd die aan deze der Ladinge in hun schip bevonden, sal worden gekomen te sijn, sal veroorsaakt wesen door de hier vorengemelde Stormwinden en stijve Koeltens en het werken en slingeren van hun schip en 't Zeewater dat sij hebben op en over gekregen.

Immers niet door eenig manquement van hun schip als zijnde in de maniere voorts voorsien en gerequiseert geweest hebbende ook het scheepsvolk gedurende de vorenstaande Rijse wel op de pompen gepast en derzelve altijd Lens (= droog) gehouden en voorts in alles goede zeemanschap gebruikt.

 


Windkrachtdefinities als "stijve koelte" en "stormwind"
Bron: Beschrijving van den Dampkring door J.G. Sommers, 1831


Route: Koningsbergen (Kaliningrad) - Oostzee - Sont (Helsingör) - Kattegat -
Skagerrak (bij Jutland voor anker) - Helgoland - 't Vlie (Vlieburg) - Amsterdam

Reisschema:


Laden in Koningsbergen (Kaliningrad)en vertrek naar Helsingör (DK). Onderweg sterke wind en overslaande golven.

 

 

Onderweg van Helsingör naar Amsterdam: Vliegende westenwind op 10 mijlen van Heiligland (Helgoland) voor anker om niet op lagerwal (Jutland) te geraken

 

Bronnen:

 

 

top back home

 

 

^